Afgelopen maandag was Marieke van Schijndel, directeur van Museum Catharijneconvent, te gast. Hoofdonderwerp van haar lezing? De verbouwingsplannen van het museum.
Van Schijndel is al twaalf jaar directeur van het museum en is ook daarvoor altijd al actief geweest in de museum- en culturele wereld. Als directeur van het museum is zij ook de beheerder van belangrijk Utrechts erfgoed. Het museum herbergt de belangrijkste collectie middeleeuwse kunst van Nederland en is grote speler als het gaat om religie.
De collectie is gehuisvest in de ongeveer vijfhonderd jaar oude gebouwen van het voormalige Catharijneklooster. Het huidige museum voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd, maar een toekomstige verbouwing moet wel in overeenstemming zijn met het monumentale karakter van de gebouwen. Niet alleen voldoet het museum niet meer aan de eisen van deze tijd, ook is het niet berekend op de huidige bezoekersaantallen. Dit alles levert de nodige hoofdbrekens op.
Inmiddels zijn de plannen aanbeland in het stadium dat er een architectenbureau is uitgekozen, namelijk KAAN. Dit bureau heeft twee belangrijke opdrachten meegekregen: toegankelijkheid en verduurzaming. Op dit moment is de ingang, in de woorden van Van Schijndel, “een muizengaatje aan de Lange Nieuwstraat”. Eenmaal binnen laat de routing ook zeer te wensen over.
De twee meest zichtbare onderdelen van de plannen van KAAN zijn een nieuwe entree en een nieuw tentoonstellingspaviljoen op het binnenterrein. Toen Van Schijndel een afbeelding van het tentoonstellingspaviljoen liet zien, merkte Evert Rulf op dat het hem deed denken aan een fascistisch gebouw uit de tijd van Mussolini (schrijver dezes had dezelfde associatie). Van Schijndel stelde de Heeren gerust: nog niets is definitief.
De hoop van Marieke van Schijndel is dat het vernieuwde Catharijneconvent in 2027 de deuren weer kan openen.
Tekst en foto: Hans-Peter Lassche